Een wat strenge man kijkt je vanaf de foto aan. Pijp in de hand. Hij lijkt veel ouder dan de 51 jaar die hij is. Zijn dochter Jantien laat een foto zien van jaren later. Het oogt als een ontspannen familiekiekje. Maar helemaal tot rust is haar vader nooit gekomen. Voor Henk Das was de oorlog namelijk nooit afgelopen.

Henk Das werd in 1916 geboren in Hellevoetsluis als zoon van een beroepsmilitair. Zijn ouders verhuisden naar Tuindorp in Utrecht. Via een vriend van de korfbalvereniging kwam hij begin 1942 bij het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Daar was hij vooral bekend onder zijn schuilnaam Ruurd, de naam die Henk en zijn vrouw Tineke schonken aan hun oudste zoon.

‘Ruurd’ was provinciaal leider van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO) die een cruciale rol speelde bij het beschermen van joden en andere onderduikers. Henk voerde talloze gevaarlijke missies uit en leidde ook de illegale telefooncentrale van de Centrale Inlichtingen Dienst aan de Brigittenstraat in Utrecht. Sinds de spoorwegen in september 1944 het werk hadden neergelegd, werd er geen post meer vervoerd. Het verzet had daarom een eigen telefoonnet aangelegd met zo’n dertig centrales zodat onderling informatie uitgewisseld kon worden. Voor Henk betekende dit ook een nieuw onderduikadres, want wie een centrale leidde mocht het pand niet verlaten.

Veel van zijn kameraden – onder wie zijn broer Anton – werden gearresteerd en overleefden de oorlog niet. Anton overleed in 1946 aan de fysieke gevolgen die hij in de oorlog opliep. Henk ontsnapte meermalen aan arrestatie en moest ook zelf onderduiken. Hij kwam onder meer in Zeist en Maarn terecht, waar zijn dochter Jantien nu woont. Zijn andere dochter, Henriette, woont in IJsselstein. De twee zoons Ruurd en Jan-Willem zijn overleden.

Aan het einde van de oorlog werd een inval gedaan in de telefooncentrale. Henk vluchtte de kelder in en verstopte zich achter een paar kisten. Hij heeft nooit begrepen waarom de Duitse soldaat die achter hem aan zat, hem niet gevangen heeft genomen. Later zou hij zeggen dat de Duitser hem niet heeft willen zien, omdat de oorlog al bijna voorbij was. De Duitsers verlieten het pand omdat er op dat moment alleen vrouwen in verpleegsterskleding waren. Ze dachten dat het een klooster was.

Maar voor Henk Das was de oorlog nog lang niet voorbij. Eigenlijk nooit. De dood van 28 vrienden en zijn broer in de oorlog, was een zware last. Na de oorlog ging hij aan de slag bij de Stichting 40-45 om oorlogsweduwen te ondersteunen. Dat maakte dat hij feitelijk nooit afstand kon nemen en dat leidde geregeld tot inzinkingen.

Zijn ervaringen in de oorlog maakten ook dat hij altijd alert was en rusteloos. Voor de buitenwacht kon hij de schone schijn volgens Jantien nog wel ophouden: ,,Hij had eigenlijk nooit zin om naar feestjes te gaan, maar als ze dan gingen was hij altijd wel een gangmaker en gingen hij en mijn moeder als laatsten weg.’’

Ruurd, die leed aan de ziekte van Parkinson, heeft er zijn levenswerk van gemaakt om het boek Dansen op het dodenkoord (Wilfred Scholten 2023) over zijn vader en de ernstige psychische gevolgen die de oorlog teweeg brachten, mogelijk te maken.
,,Gelukkig heeft Ruurd dat gedaan. Hij is een maand na het voltooien van het laatste hoofdstuk overleden’’, zeggen Henriette en Jantien onafhankelijk van elkaar. Voor beide dochters heeft het boek veel duidelijk gemaakt over de zeer ernstige psychische gevolgen voor Henk en daarmee ook voor het gezin. Henriette: ,,We moesten thuis altijd heel stil zijn omdat mijn vader niet tegen drukte kon. Voor ons als kinderen was het best wel moeilijk. Er heerste altijd spanning.’’

Beide dochters benadrukken ook de rol van hun moeder. En dan niet alleen na de oorlog, toen zij zich een heel sterke vrouw toonde en het gezin droeg. ,,Maar ook tijdens de oorlog. Zij was net zo goed betrokken bij het verzet als koerierster. En ze had lef. Ze had bijvoorbeeld een keer allemaal belangrijke papieren die weggebracht moesten worden. Toen is ze in een volle coupé met Duitsers gaan zitten. Zo van: Guten Tag! Mijn moeder was toen nog maar een meisje van 17. En later bracht ze fietstassen vol geld naar de stakers van de spoorwegen.’’

Henk en Tineke zaten allebei bij de korfbalvereniging en werden daar verliefd. De liefde bekoelde toen Henk een relatie kreeg met een andere koerierster. Na de oorlog ging Tineke bij de Marva (Marine Vrouwenafdeling) en kwam in Londen terecht. Jantien laat een foto zien van een knappe jongedame. Achterop staat een boodschap: ‘ Voor Henk, van Tineke, St. James Park, aug ’46’. De liefde was dan wel bekoeld, maar niet uitgeblust. Toen Tineke weer terugkwam naar Nederland duurde het nog wel even, maar toch waren ze voor elkaar bestemd. Voor Henriette staat vast dat haar moeder ervoor gezorgd heeft dat Henk heeft kunnen overleven, ook na de oorlog. ,,Daar ben ik van overtuigd. Mijn vader kwam best wel als een wrak uit de oorlog. Het was dankzij haar dat het gezin functioneerde, ze ving alles in haar eentje op.’’

Jantien en Henriette benoemen allebei ook de intelligentie van hun moeder. ,,Het is niet zo dat zij de universiteit is misgelopen’’, zegt Henriette. ,,De universiteit is haar misgelopen. Ze was zeer belezen en wist van alles, interesseerde zich voor politiek. Echt een mooie vrouw ook.’’

Ook Jantien roemt haar moeder en haar pijn. ,,Ze had een schriftje waarin ze allemaal dingen had geschreven. Maar dat heeft ze verscheurd. Ze wilde niet dat wij dat zouden lezen omdat we dan een verdrietig beeld van haar kregen. Ze had wel willen studeren. Ik weet het niet, misschien was ze toch wel wat teleurgesteld in haar leven. Ik denk ook dat het leeftijdsverschil van tien jaar een rol speelde.’’

Henriette en Jantien vinden het belangrijk dat de verhalen over de Tweede Wereldoorlog en de gevolgen ervan verteld blijven worden. Zeker in deze tijd. Jantien: ,,We moeten blijven herinneren dat achter elke naam op een monument mensen hebben gestaan en gehuild. We moeten het erover blijven hebben, zeker als we zien wat er nu in de wereld gebeurt. Het is heel lastig en ik vraag me wel eens af waar het heen gaat.’’

Omdat Henriette in het buitenland verblijft, legt Jantien 4 mei samen met burgemeester Sharon Dijkstra een krans bij het Verzetsmonument tijdens de Dodenherdenking. Ze doet dat met een gevoel van trots voor haar ouders. ,,Zeker sinds het lezen van het boek. Het is zoveel wat zij meegemaakt en gedaan hebben. Meer dan ik ooit geweten en begrepen heb.’’

Jantien Verlaan Das met fotocollectie van haar vader
Henriette Das