Donderdag 4 mei herdenkt Nederland alle Nederlandse oorlogsslachtoffers die waar ook ter wereld zijn omgekomen in oorlogssituaties en bij vredesoperaties. In Utrecht vindt de Dodenherdenking plaats om 20:00 uur op het Domplein en wordt voorafgegaan door een stille tocht vanaf het Pieterskerkhof. Burgemeester Sharon Dijksma zal samen met Rietje de Haan-Kooistra, kind van een verzetsdeelnemer, de eerste krans leggen bij het verzetsmonument. Aansluitend aan de plechtigheden speelt om 20:30 uur in de Domkerk, de indringende theatervertelling: ‘Mijn onderduik, een Utrechts verhaal. Uitgevoerd door Peter Hein en zijn zoon Ruben Hein. De voorstelling is voor iedereen vrij toegankelijk.

‘Mijn Onderduik’ gaat over de onderduik van Peter Hein en die van zijn ouders, in en rond Utrecht. Al eerder werd Peter (1939) bekend door zijn (autobiografische) boeken over dit onderwerp. Speciaal voor 4 mei dit jaar, maakten vader en zoon Hein deze theatervertelling. Ruben Hein, zanger, pianist, songwriter en componist (en winnaar van “Wie is de mol?” in 2018) zal de verhalen onder meer muzikaal ondersteunen.

Peter was vier toen zijn Joodse ouders besloten onder te duiken. Apart van elkaar, want – zo dacht vader – dat vergroot de overlevingskans van Peter.

In de voorstelling neemt Peter u mee op de dramatische tocht van zijn ouders langs twaalf verschillende Utrechtse onderduikadressen, zoals hij in zijn boek: ‘De onderduikers’ beschreef. Drie maal werden ze verraden, drie maal wisten ze op wonderbaarlijke wijze te ontkomen; door een jodenjager in een kelder op te sluiten, uit ramen te springen, van balkons te klimmen en half gekleed, op blote voeten, door de sneeuw de Bilthovense bossen in te vluchten.

Peters’ zoon, Ruben, vertelt in korte fragmenten het aangrijpende verhaal van de onderduik van zijn vader, die als jochie, moederziel alleen, op vele adressen door het hele land, ondergedoken zat. Het begon in Utrecht en eindigde tenslotte weer in Utrecht, waar hij als zesjarige de bevrijding meemaakte en herenigd werd met zijn ouders. Ze hadden het ternauwernood overleefd, maar toch was de bevrijding voor hen nog lang geen feest…
Het boek dat Peter over zijn eigen onderduik schreef, heeft als titel: ‘Het zesde jaar’. Dit omdat de oorlog, voor de joden, na de bevrijding nog lang niet voorbij was.

Een joods gezegde luidt: ‘Zo lang wij ons hen herinneren, zijn ze er nog.’

Dat die herinneringen nu worden doorgegeven door een van de laatste nog levende getuigen, is bijzonder. Net zo bijzonder is het, dat hij – tachtig jaar na dato – samen met één van zijn kinderen, over de Utrechtse oorlogsgeschiedenis van hem en zijn ouders zal spreken in de Domkerk in zijn geliefde stad, Utrecht.