Utrecht herdenkt bevrijding met verhalen van de kinderen van de Polar Bears

George Leslie Penny

Op 7 mei 1945 trokken de geallieerden Utrecht binnen en maakten daarmee een einde aan vijf jaar van Duitse bezetting. De Polar Bears – de bijnaam voor de Britse 49th West Riding Infantry Division – werden op die lentedag onthaald door duizenden uitzinnige Utrechters. De Polar Bears stonden vanaf augustus 1944 onder commando van het Eerste Canadese Leger. De bevrijding was een feit. De vreugde, de bloemen, de kinderen op tanks: het waren beelden die voor altijd in het collectieve geheugen van de stad gegrift staan.

Inmiddels zijn vrijwel alle veteranen overleden of fysiek niet meer in staat de jaarlijkse herdenking bij te wonen. Maar hun verhalen leven voort – via hun kinderen en kleinkinderen. Dit jaar zijn er enkele nabestaanden speciaal naar Utrecht gekomen om de bevrijding van de stad mee te vieren en hun (groot)vaders te eren.

George Leslie Penny – “Hij sprak met warmte over de Nederlanders”

Janet Penny herinnert zich haar vader George als een stille man als het ging om de oorlog. “Hij praatte er niet veel over,” vertelt ze, “maar als hij dat deed, sprak hij altijd met warmte over de Nederlanders. Hoe gul ze waren, hoe ze de Britse soldaten in hun huizen opnamen.”

George Leslie Penny werd geboren op 27 januari 1924. Hij meldde zich aan in november 1942, amper 18 jaar oud. Als lid van het 49th West Riding Reconnaissance Regiment landde hij in juni 1944 in Normandië en trok hij met ‘A’ Squadron richting Nederland. Eind april 1945 bevond hij zich in de omgeving van Utrecht, waar hij betrokken was bij de bevrijding van de stad. In 1985 keerde hij nog één keer terug, voor de 40-jarige herdenking. Hij overleed in 1989.

Links Alcock, midden Lacey, rechts onbekend

Harry Lacey – “Tommy’s shot himself!”

Martin Lacey, kleinzoon van Henry Ernest “Harry” Lacey, deelt met een glimlach een anekdote die de luchtigheid van het moment na de bevrijding weerspiegelt. “Volgens mijn opa gingen ze op 8 mei 1945 naar een café in Utrecht om het einde van de vijandelijkheden te vieren. Hij dronk iets te veel en viel in slaap op het toilet, zijn geweer nog in zijn hand. Een barmeisje vond hem en riep in paniek: ‘Tommy’s shot himself!’”

Harry Lacey werd op 27 september 1922 geboren. Hij begon zijn militaire loopbaan als artillerist in 1942, maar stapte in 1944 over naar het King’s Own Yorkshire Light Infantry (1/4e bataljon). Hij landde op D-Day in Frankrijk en vocht zich via Roosendaal, Klundert, Nijmegen en Arnhem uiteindelijk naar Utrecht. Hij overleed in 2013. In 2014 werden zijn asresten bijgezet op de oorlogsbegraafplaats in Oosterbeek, dicht bij kameraden zoals G.H. Alcock, wiens graf hij nu deelt.

Herinnering als plicht

De aanwezigheid van nabestaanden als Janet en Martin is meer dan symbolisch. Zij dragen de verhalen, de herinneringen, en de dankbaarheid voort. Utrecht is op 7 mei niet alleen een stad die haar bevrijding viert – het is een stad die niet vergeet wie daarvoor de prijs betaalden.